Hoe krijgen we de maïs van 2024 het beste in de kuil?
De grote variatie tussen de verschillende maïspercelen vraagt om extra aandacht voor de juiste inkuilmethode. Dit omvat onder andere het aanpassen van de haksellengte, afhankelijk van de kwaliteit van de maïs. Voor goede maïs of maïs zonder kolf zijn verschillende haksellengtes nodig. In de onderstaande tabel ziet u hoe u de haksellengte kunt aanpassen op basis van de kwaliteit van de maïs.
Enkele tips voor het beoordelen van de hakselkwaliteit
Neem een voederschep maïs van de 2e of 3e kar, niet van de 1e.
Herhaal de beoordeling meerdere keren per dag.
Controleer opnieuw na elke afstelling.
Streek de maïs zo dun mogelijk uit op een vlak oppervlak.
Beoordeel de korrelkneuzing:
Alle korrels moeten gebroken zijn, bij voorkeur in 4, nog beter in 8 stukken.
Controleer de haksellengte:
De delen moeten zoveel mogelijk in gelijke lengtes zijn verhakseld.
Alle stengeldelen met een grotere doorsnede dan 7 mm moeten opengereten zijn, waarbij de buitenwand is afgescheurd en de stengelkern blootligt.
Extra aandacht voor de bewaring
Stressomstandigheden en veel vocht verhogen de kans op builenbrand.
Maïs oogsten met een lager DS-gehalte leidt tot meer inkuilverliezen.
Kleinere kolven zorgen voor lagere dichtheden in de kuil.
Nattere kuilen hebben langer nodig om stabiel te worden.
Voeg SiloSolve toe om de kwaliteit te behouden.
